Haar vragende gezicht kijkt me aan. Hier lees dit maar, dan wordt het wat duidelijker.
Ze leest en leest. Mijn hart klopt in mijn keel. Hoe zal ze gaan reageren? Zal ze het boek weggooien, schreeuwen? Maar het blijft stil.
Dan staat ze op en loopt naar de keuken. Het officiële contract gaat ondertekend worden en dan is het een feit. Onze dame hoort bij de grote mensen die in decembertijd niets zullen onthullen over hij-die niet-genoemd-mag-worden man met baard en gevolg.
Langzaam aan valt het kwartje. Eerst vertrekt het gezicht en dan komen de tranen. Van blijdschap!
Die zagen we niet aankomen. We hadden het zo anders ingeschat. Ik ben blij met de keus van ons boek waarin de oorsprong van de s* uitgelegd wordt. Niet verbloemd, maar op basis van feiten. Met respect naar het kind zijn en de onthulling. Zo zou het altijd moeten kunnen.
Vaak onderschatten we kinderen, en stellen hierdoor moeilijke boodschappen uit.
Nu heb ik het in dit voorbeeld wel over die ene man, maar hoe vaak komt het voor dat ouders van een zorgintensief kind niet alles delen met hun Brus. Eigen emoties proberen te verbloemen (onthulling: ze voelen het toch aan). Maar ook niet alles vertellen om de Brus te sparen. Want ze zijn nog te jong, moet je ze daar mee opzadelen. Dadelijk gaan ze zich zorgen maken, dat wil je ook niet.
Begrijp mij niet verkeerd, ik snap de dilemma’s. Maar toch merken de Brussen (ook de jongere) al vrij goed dat er IETS is. En dat maakt hen soms ook aan het twijfelen/onzeker.
‘Heb ik iets verkeerd gedaan? Het gaat vast over mij! Ik ben er ook nog’
Hoe jong Brussen ook zijn, het is ook voor hen belangrijk info te krijgen. Van jou, of een arts. Dat hoeft niet heel uitgebreid, maar deel wat wél mogelijk is. Laat plaatjes zien, of maak een tekening ervan. Soms zijn er boekjes die jou als ouder kunnen ondersteunen in je verhaal.
Boekjes als: ‘NOA heeft het downsyndroom’ of ‘Mijn broertje is autistisch’. (Jennifer Moore-Mallinos) kunnen een mooi aanknopingspunt zijn.
Soms willen kinderen ook méér weten dan ze zullen vragen, omdat ze jou als ouder niet willen kwetsen of zien dat je het al zwaar hebt. Zoals vragen over de toekomst of vragen over hoe ze iets moeten aanpakken of bespreken met jullie, ouders.
Kunnen ze die vragen bij een naaste stellen? Of vinden ze het fijn om juist te praten met iemand die net wat verder weg staat. Zodat ze bijvoorbeeld ook hun zorgen en soms angsten voor het gedrag van hun broer of zus kunnen uiten.
Als Brussencoach kan ik meekijken bij wat er speelt. Open het gesprek aan gaan. Waar je als ouder soms denkt dat een Brus misschien niet met dingen worstelend, blijkt de realiteit soms anders.Wanneer je twijfelt of er iets speelt, kan ik ook een losse sessie doen met je kind.
In die sessie kijk ik al spelenderwijs wat de Brus bezig houd. Tijdens het spelen observeer ik en stel ik nieuwsgierige vragen. Bijvoorbeeld over hoe het bij je kind thuis gaat. Ook vertel ik dat ik zelf een bijzondere zus heb (brus ben). Ik merk dat kinderen dan ook veel vragen hebben en vrij durven te vragen. Vragen aan mij stellen die bij hen leven waar ze zelf ook wel antwoorden op willen hebben. Is er meer nodig na die (brus in-zicht) sessie, dan ben ik ook eerlijk hierin.
Dat is wel zo fijn, toch?